Activiteiten: Taal

De onderstaande documenten kunnen aangepast worden aan het lesonderwerp dat in de klas behandeld moet worden.

Powerpoint

Variatie 1:
Op het bord wordt een PowerPoint geprojecteerd. Per antwoord staat er een houding of beweging bij. De leerkracht leest een verhaal en de leerlingen voeren ondertussen de houdingen of bewegingen uit. In onderstaand voorbeeld gaat het over woorden met ‘au’ of ‘ou’.

Klik hier om de powerpoint van de au/ou te downloaden.
Klik hier om het bijhorend verhaal te downloaden over au/ou.

Variatie 2:
Op het bord wordt een PowerPoint geprojecteerd. Per onderwerp staat er een houding of een beweging. De leerkracht leest een verhaal of dicteert enkele woorden. Wanneer de leerlingen het onderwerp horen, voeren ze de houding of beweging uit. Hieronder staat een voorbeeld over een les dat ging over lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, enkelvouden en meervouden.

Klik hier om de powerpoint van de lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, enkelvouden en meervouden te downloaden.

Domino

Iedere leerling krijgt een kaartje en houdt dit geheim voor zichzelf. De leerling die een woord heeft, moet starten en komt vooraan in de klas. De leerling die het antwoord heeft op het woord komt naast de andere leerling staan, zegt het analogiewoord en leest zijn woord voor. Op deze manier wordt er gespeeld tot iedereen aan bod kwam.
Variatie: De leerlingen blijven op hun plaats zitten. De leerling die aan bod is, moet rechtstaan zijn analogiewoord vermelden en het woord zeggen en terug gaan zitten.

Klik hier om het document van de open en gesloten lettergrepen te downloaden.

Post-it

Deze activiteit kan vooral voor samenstellingen, synoniemen en tegenstellingen gebruikt worden. Uiteraard is het nog mogelijk voor andere lesonderwerpen. De leerlingen krijgen allemaal één post-it met een woord op. Om het de leerlingen uit een lagere graad makkelijk te maken, kan er gewerkt worden met twee verschillende kleuren. De leerlingen lopen in de klas rond en zoeken hun partner.

Bijvoorbeeld: Op een roze post-it staat leeuwen en op een gele post-it staat kooi. Deze leerlingen zoeken elkaar en vormen samen het woord ‘leeuwenkooi’.

Bal gooien

Deze activiteit kan toegepast worden op ieder lesonderwerp. Zorg voor opdrachtkaarten en antwoordkaarten. De antwoordkaarten worden op een bank gelegd of tegen de muur gehangen. Zorg voor één of meerdere balletjes en leg de opdrachtkaarten omgekeerd op een stapel. De leerlingen nemen één voor één een kaart en zoeken het antwoord tussen de antwoorden en gooien het balletje op het antwoord.
Variatie: Voorzie de activiteit dubbel zodat de leerlingen in twee groepen kunnen werken aan deze activiteit en na een tijd misschien een wedstrijdje kunnen spelen.

Klik hier om het document van de open en gesloten lettergrepen te downloaden.
Klik hier om het document van de antwoorden van de open en gesloten lettergrepen te downloaden.

Springen

De leerlingen krijgen per twee een A3-papier met bovenaan ‘au’ en onderaan ‘ou’. Per twee krijgen ze eveneens enkele opdrachtkaarten waarop telkens één woord staat. Leerling X leest het woord voor en leerling Y springt op ‘au’ of op ‘ou’. De lezer controleert het antwoord en dan wordt er gewisseld.

Klik hier om het A3-document van de au/ou te downloaden.
Klik hier om de verschillende woorden met au/ou te downloaden.